Om de duurzaamheid van kleding te bekijken, moeten we vijf belangrijke vragen beantwoorden.

Vraag 1: Waar komt het basismateriaal vandaan?

Dit is verreweg de belangrijkste vraag bij het bepalen of uw kleding duurzaam is of niet.

Grondstoffen vallen in twee klassen: organisch (planten en dieren) en anorganisch (steenkool, olie, ertsen, enz.).
Organische materialen zijn in principe duurzaam omdat ze hernieuwbaar zijn. Alle planten en dieren vullen zichzelf opnieuw aan. Veelvoorkomende voorbeelden in kleding zijn katoen, linnen, bamboe, wol, bont, dons en leder.
Anorganische materialen zijn niet-duurzaam omdat ze niet-hernieuwbaar zijn. Als ze weg zijn, zijn ze weg, tenzij we er nog meer kunnen vinden. De belangrijkste anorganische materialen die in kleding worden gebruikt zijn vervaardigd uit aardolie, zoals acryl en polyester.

 

Hoe zit het met pels?
Pels uit het wild
Alle diersoorten uit het wild die gebruikt worden in de pelshandel zijn overvloedig aanwezig. Sommigen zijn zelfs zo overvloedig aanwezig dat ze in bepaalde streken als een plaag worden beschouwd.
Bont komt van dieren en omdat dierenpopulaties zichzelf aanvullen, is de grondstof voor de pelshandel in theorie duurzaam. In de praktijk verliest bont dit duurzaamheidskenmerk als de diersoort over-bejaagd wordt. Hoewel dit in het verleden zeker gebeurde bij sommige diersoorten, is het goede nieuws dat er daaruit lessen werden getrokken en dit nu niet meer gebeurt.
De jacht op pelsdieren is heden ten dage streng gereguleerd om ervoor te zorgen dat de populatie zelfs stabiel blijft. Zodoende kan men ieder jaar opnieuw pels bekomen. De regelgeving zorgt ervoor dat men slechts het surplus van deze natuurlijke productie gebruikt en de diersoort zelf stabiel blijft en dus niet met uitsterven wordt bedreigd. De handel in bedreigde soorten is trouwens ten strengste verboden.

Pels van pelsdierenhouderijen
De pelsdierenhouderij is, net als alle veehouderijen, inherent duurzaam. Een veehouder zorgt er altijd voor dat hij voldoende dieren aanhoudt om verder te kunnen blijven produceren. Pelsdierenhouderijen minimaliseren ook hun impact op het milieu doordat het voederen van hun dieren gebeurt met restproducten van de menselijke voedselproductie, namelijk afval van vlees- en visverwerkende bedrijven. De pelsdierenhouderij draagt zo bij aan een efficiënte, milieuverantwoorde verwerking van slachtafval dat niet geschikt is voor menselijke consumptie.

 

Besluit:  zowel wildpels als pels van pelsdierenhouderijen is duurzaam.

Vraag 2: Hoe wordt het materiaal geproduceerd of verwerkt?

De verschillende wijzen waarop kledingmaterialen worden geproduceerd en verwerkt hebben een impact op het milieu. Het is bekend dat een groot deel van de katoenproductie voor de fast-fashion niet op een duurzame wijze gebeurd en dat de productie van op petroleum gebaseerde kunststoffen risico's met zich meebrengt. Onder andere olielozingen tijdens de extractie van aardolie en  uitstoot van toxische chemicaliën tijdens de productie van de kunststof.
Uiteraard heeft elk kledingmateriaal zijn problemen, inclusief de organische stoffen. Traditionele methoden voor het kweken van katoen verbruiken bijvoorbeeld veel water, synthetische meststoffen en pesticiden hebben een negatieve impact op het milieu en vernietigen de habitat van wilde dieren. In het geval van landbouwhuisdieren moet er rekening worden gehouden met o.a. de afvalverwerking.

Hoe zit het met pels?
De belangrijkste stoffen die worden gebruikt bij het "looien" van bont zijn organische of natuurlijk voorkomende verbindingen. Het looien van pels staat zelfs niet in de lijst van de 75 meest vervuilende activiteiten. Het looien van pels is immers, in tegenstelling tot het looien van leder, een zeer mild proces omdat de haren moeten worden beschermd in plaats van verwijdert zoals in de lederlooierij.

Het is ook belangrijk op te merken dat bont, in tegenstelling tot andere kledingmaterialen, meestal in zijn natuurlijke kleuren wordt gebruikt, wat betekent dat het vaak niet gebleekt of geverfd wordt. Zeer weinig materialen in de kledingsector worden heden ten dage nog in hun natuurlijke staat gebruikt. Pels is daarbij een echte uitzondering.

Een minpunt bij het bontproductieproces - zoals tegenwoordig bij veel andere kledingproductie - wordt veroorzaakt door de globalisering. Hoewel de meeste pelzen die tegenwoordig in Noord-Amerika en Europa worden verkocht, gemaakt worden met pelzen van lokale origine, worden niet alle bontcollecties nog ter plaatste gemaakt maar wel in Azië.   Dit houdt meer brandstofverbruik in. De exclusieve bontcollecties aangeboden door betere gespecialiseerde pelszaken worden vaak nog lokaal geproduceerd.

 

Besluit: de verwerking van bont is niet schadelijk voor de natuur. Het wordt gedaan met goedaardige chemicaliën, en bont wordt bovendien vaak gebruikt in natuurlijke kleuren, waardoor de behoefte aan bleekmiddelen en kleurstoffen wordt verminderd.

Vraag 3: Veroorzaakt het kledingstuk milieuschade tijdens zijn gebruik?

Een paar jaar geleden zou dit een vreemde vraag zijn geweest, maar een groeiend aantal onderzoeken toont nu aan dat op petroleum gebaseerde kunststoffen het milieu schaden alleen maar kan door te worden gedragen. Telkens wanneer deze kunststoffen gewassen en gedroogd worden, komen er microdeeltjes van plastic vrij in de lucht en het water. Deze komen nu overal voor, in de oceanen, in dieren en zelfs in ons drinkwater. 

Organische vezels geven ook microdeeltjes vrij, maar het verschil is dat deze biologisch afbreekbaar zijn in plaats van te accumuleren als plastic microdeeltjes.

Wist u trouwens dat er ook een grote milieu-impact plaatsvindt ná de aankoop van uw kledingstuk? De talrijke wasbeurten, hoe warm, met welke wasmiddelen en in welk type machine we onze kleren wassen en drogen heeft een impact op ons milieu.


Hoe zit het met pels?
Het is redelijk om aan te nemen dat microdeeltjes die worden afgegeven door bontkleding, biologisch afbreekbaar zijn en onschadelijk zijn gezien het een organisch materiaal is. En aangezien bont, niet zoals andere kleding, veel wordt gereinigd is het aantal microdeeltjes ook hier ook veel kleiner dan bijvoorbeeld katoenmicrodeeltjes. Kort gezegd, microdeeltjes-vervuiling is een probleem dat veroorzaakt wordt door op petroleum gebaseerde kunststoffen, en niet door het natuurlijke kledingmateriaal bont.

Besluit:  bont veroorzaakt geen schade aan het milieu tijdens zijn levenscyclus.

Vraag 4: Hoe lang gaat het kledingstuk mee?

De drie punten van een goed afvalbeheer zijn ‘verminderen’, ‘hergebruiken’ en ‘recyclen’ en ze zijn allemaal gericht op het verminderen van ons totale verbruik. In het geval van kleding is het beter te kiezen voor kwaliteitskleding vervaardigd uit duurzame materialen die lang meegaat in tegenstelling tot wegwerpmode die slechts een paar seizoenen meegaat. 

Hoe zit het met pels?
Van alle organische materialen die worden gebruikt voor kleding zijn bont en leder (bont waarvan de haren werden verwijderd) het meest duurzaam. En omdat pelsjassen over het algemeen vrij duur zijn, hebben consumenten een stimulans om er goed zorg voor te dragen. 80% van onze kleding belandt binnen de 5 jaar bij het afval. 85% van de pelskleding is na 30 jaar nog in gebruik! Bont is immers  één van de weinige kledingmaterialen die tientallen jaren wordt gedragen en zelfs doorgegeven wordt aan de volgende generatie. Oude pelskleding kan immers worden herwerkt en aangepast aan de veranderende mode of de wensen van de nieuwe eigenaar. Bezit u oude pelskleding? Ga ermee langs bij een pelsatelier om advies.

Besluit: bontkleding is uiterst duurzaam, omdat het een lange levensduur heeft en effectief wordt gerecycleerd, waardoor de noodzaak om voortdurend nieuwe producten te produceren vermindert.

Vraag 5: Wat gebeurt er met het kledingstuk wanneer het wordt weggegooid?

Afvalverwerking is tegenwoordig één van de prangenste milieuproblemen, zowel voor consumptiegoederen als van de verpakking waarin ze worden geleverd. De meeste kleding komt uiteindelijk terecht op stortplaatsen, maar hoeveel schade dit veroorzaakt hangt af van de gebruikte materialen.
Organische stoffen, zoals katoen, wol en bont zijn biologisch afbreekbaar. Het probleem met op aardolie gebaseerde kunststoffen is dat ze niet biologisch afbreekbaar zijn maar finaal afbreken in microdeeltjes van plastic die vervolgens in het water sijpelen. (Geschat wordt dat kleding en ander textiel vandaag verantwoordelijk zijn voor 34,8% van dergelijke microdeeltjes in de oceanen.)

Hoe zit het met pels?
Natuurlijk bont breekt snel en volledig biologisch af. In het slechtste geval blijven nog de plastiekknopen over. Op petroleum gebaseerd namaakbont is echter niet biologisch afbreekbaar, maar breekt af in microscopisch kleine deeltjes die via het water overal kunnen opduiken!

Besluit:  Natuurlijke pels is volledig biologisch afbreekbaar.